NL / EN

Niks doen als verzet: Een gesprek met schrijver Jenny Odell

Verhalen hebben kijkers, luisteraars of lezers, het zijn geen willekeurige gebeurtenissen in een chaotisch universum. 


Tekst: Jasmijn van Wijnen


We besteden gemiddeld 4,8 uur per dag op onze smartphone, scrollen alsof ons leven ervan af hangt en kunnen maar moeilijk alleen in een publieke ruimte zijn zónder in onze jaszak te graaien naar dat onmisbare apparaatje. Appontwikkelaars zijn erin getraind onze aandacht zo vaak mogelijk te trekken en zo lang mogelijk vast te houden. Jenny Odell schreef een boek over deze beruchte ‘attention economy’ en vooral over hoe je ertegen te verzetten. Oud-president Barack Obama plaatste haar boek How to do nothing: Resisting the attention economy in zijn favorietenlijstje van 2019. Een gesprek met de schrijver over hoe een tragische gebeurtenis haar de wreedheid van sociale media deed inzien en hoe je te laten verrassen door de wereld zoals die is.


Al sinds haar eerste iPhone had Jenny Odell dubbele gevoelens over apps als Instagram en Twitter, maar in 2016 bereikte ze een breekpunt. Het was het jaar dat Donald Trump verkozen werd tot president én het jaar waarin een fatale brand uitbrak in een pand waar kunstenaarsvrienden van Jenny woonden. Vrienden van vrienden overleden. Sociale media ontploften, maar Jenny wilde alleen maar niks doen. Naar de rozentuin vlakbij haar huis gaan, daar op een bankje zitten en voor zich uit staren. Het duurde even totdat ze doorhad dat dat een reactie was op de overprikkeling waar ze de rest van de dag mee te maken had.


Wrede reacties

Naast de gebeurtenissen zelf, werd Jenny geraakt door de manier waarop er online over werd verteld: “De manier waarop de mensen praatten over de brand stuitte me tegen de borst. Mensen die geen idee hadden van de situatie begonnen erover te schrijven, comments te plaatsen. Op een heel gruwelijke manier werden teksten als ‘deze kunstenaars hadden sowieso niet in dit pand mogen zijn’ gedeeld. Bovendien vormde de brand een aanleiding voor mensen om zich heel vijandig te uiten ten opzichte van kunst in het algemeen. Naast dat ik het zó minachtend vond naar de mensen die direct werden getroffen door de gebeurtenissen, voelde ik me ook persoonlijk aangevallen. Ik ben kunstenaar en doceerde kunst op dat moment.” 


In de voorstelling Denis & Katya staan de publieke reacties op de dramatische gebeurtenissen van twee Russische tieners, die in een confrontatie met de Russische Special Forces op tragische wijze aan hun einde kwamen, centraal. De twee tieners deelden hun laatste drie dagen via een livestream op het Russische platform Periscope. De comments die onder die stream werden geplaatst, kregen een rol in de voorstelling en worden op het achterdoek geprojecteerd: “They deserve it”, “It looks like a fake video”, “Fucking Russian Kids”. “Pasgeleden besefte ik mij dat ik het woord ‘wreed’ heel veel gebruik, wanneer ik over het internet schrijf. En die wreedheid heeft voor mij te maken met precies die abstractie, die disconnectie van de mensen die reageren op de mensen of gebeurtenissen die zij niet kennen, waar zij ver vanaf staan. Die afstand maakt het makkelijker om extreem pijnlijke oordelen te vellen en die online te verspreiden. Het kost de reageerders niks.”


Een publiek geeft betekenis

Dat de twee tieners besloten hun penibele situatie online te delen, lijkt een vreemde impuls. Toch raakt het aan een heel natuurlijke, bijna kinderlijke drang om gezien te worden, zo verklaart Jenny: “Ik stelde me als kind regelmatig voor dat mensen konden zien wat ik zag en deed, net zoals in de film Being John Malkovich. Misschien omdat dingen gevoelsmatig een andere betekenis krijgen, wanneer andere mensen ernaar kijken. De dingen worden belangrijker wanneer ze een publiek hebben. Het verandert datgene wat je aan het doen bent in een verhaal. Verhalen hebben betekenis, een begin, midden en einde. En verhalen hebben luisteraars, lezers, het zijn geen willekeurige gebeurtenissen in een chaotisch universum.”


“Om iets van betekenis te voorzien, om iets écht te laten bestaan, moet het ergens geregistreerd staan.” En dus deelden we gedurende de pandemie uitgebreid foto’s van nieuwe bakexperimenten, onze haakkunstwerkjes en andere successen behaald in nieuwverworven hobby’s. Schrijven we dan zo heel bewust onze eigen geschiedenis online? “Ja, dat denk ik wel. Denk bijvoorbeeld aan Instagram en het verschil tussen stories en posts. De stories zijn korte filmpjes of foto’s die je door de dag heen post, die korte momenten vastleggen en ook maar tijdelijk beschikbaar zijn. De posts op onze feed zijn de canonieke momenten uit het leven die als een galerij worden vastgezet in het persoonlijke museum dat je Instagram-feed heet. Die afbeeldingen cureren we veel zorgvuldiger, wat het natuurlijk tegelijkertijd ontzettend manipulatief maakt. Sociale media vervullen op die manier de functie van het archief van ‘het zelf’. Er is tegenwoordig zoveel technologie die ons daarbij helpt. Onze Facebook maakt uit zichzelf, zonder dat we de app vragen het te doen, herinneringen en tijdlijnen aan met foto’s die we hebben gepost, onze iPhone doet sinds kort hetzelfde met de foto’s die we op onze telefoon hebben opgeslagen.”


In het moment

Dat sociale media langzamerhand een té prominente plaats zijn gaan innemen in ons leven, is een bekend probleem. Het is gaan bepalen hoe we de wereld om ons heen ervaren. Al ver voor sociale media schreef Susan Sontag een essay over fotografie, waarin zij beschreef dat de wereld nu bestaat om gefotografeerd te worden, in plaats van andersom. “Fotografie is volgens haar een tool geworden om je dingen toe te eigenen. Dat zie je in extreme vorm nu ook op sociale media: je maakt de dingen tot je eigendom door ze te fotograferen en een plekje op je feed te geven. Je verzamelt momenten in je leven. En sinds de komst van Youtube en Instagram worden die ‘momenten’ van tevoren zorgvuldig gecureerd en geproduceerd.” Hippe influencer-events, fotoshoots tijdens golden hours bij een peperdure strandtent, het valt vies tegen wanneer blijkt dat het tulpenveld dat je op zoveel accounts van anderen voorbij zag komen, niet het hele jaar in bloei staat en de natuur daarin toch ook nog een stem blijkt te hebben.” 


Hoewel Jenny Odell zich in haar werkende leven veel bezighoudt met technologie en het internet, zoekt ze – sinds ze zich bewust werd van haar drang ervan te vluchten en zich in de rozentuin te verschuilen – andere manieren om zich tot de wereld om zich heen te verhouden. “Deze kerst kreeg ik van een vriend van mij een juweliersloep, een heel klein apparaatje waarmee ik de dingen tien keer groter kan zien. Dingen waarvan je dacht dat ze zacht waren, blijken stekelig te zijn, planten hebben haren, je huid ziet er heel vies uit: alles is zó verrassend. En ik heb een verrekijker, waarmee ik dingen in de verte kan zien, die ik met het blote oog niet zou kunnen zien, zoals vogels.” En hoewel Jenny haar juweliersloep verkiest boven haar iPhone, kan je telefoon je hierin juist ook helpen, met apps die je aan de naam van een plant kunnen helpen (iNaturalist), of door je telefoon als loep te gebruiken om de dingen groter te kunnen zien. “Als je over je telefoon denkt als een camera, een notitieblok en een encyclopedie, dan heb je er heel veel aan. Op die manier reageer je op de dingen die er al zijn, in plaats van dat je ze kunstmatig creëert om ze vervolgens pas te ervaren.” 


Laat je verrassen

Waar Denis en Katya duidelijk slachtoffer zijn geworden van de 'attention economy', beschrijft Jenny in haar boek verschillende manieren om je ertegen te zetten. Over het algemeen is Jenny's devies: "Vind manieren of contexten waarin je verrast en verlicht kan worden. Zoek iets waar je niet zoveel van weet, maar geïnteresseerd in bent, waar je het antwoord niet op weet, maar waar je je in kunt verliezen. Ga op zoek naar je ‘willingness to be surprised’: je hoeft het alleen maar te willen, en dan zul je verrast worden.” Jenny stelt daarbij haar eigen voorkeur van het spelen van een game voor, die ervoor zorgt dat je je in een alternatieve wereld kan wanen. Maar zo’n alternatief universum wordt natuurlijk ook bij uitstek op een operapodium gecreëerd.

Read more