Tekst: Hein van Eekert
Sopraan Julia Bullock en bariton Davóne Tines keerden in 2019 terug naar De Nationale Opera voor Girls of the Golden West. Beide zangers vinden dat opera een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen heeft.
“Nieuwe opera is nieuw bloed en dat is nieuw leven,”zegt bariton Davóne Tines op kernachtige wijze in de trailer voor de opera Only the Sound Remains, die in 2016 tijdens het eerste Opera Forward Festival door De Nationale Opera werd uitgevoerd. In dit nieuwe werk van Kaija Saariaho trok de aanwezigheid van countertenor Philippe Jaroussky de aandacht, maar het was Tines die de dragende rol speelde. Nu is hij terug in Girls of the Golden West van John Adams. Ook een nieuw werk.
Vertrouwde gezichten
‘Nieuw’ schrikt het publiek wel eens een beetje af: onbekend repertoire maakt de bezoekers soms wat al te voorzichtig. Geen nood: als tegenhanger voor dat onbekende bestaat de cast uit bekende gezichten, met naast Davóne Tines een aantal andere zangers die al eerder bij De Nationale Opera te horen waren, waaronder sopraan Julia Bullock als Ann Truelove in The Rake’s Progress. Bullock speelt in Girls of the Golden West de rol van Dame Shirley, pseudoniem van de schrijfster Louise Amelia Clappe, die als relatieve buitenstaander het wel en wee in een goudzoekersgemeenschap gadeslaat. Een flard van Julia Bullocks optreden in deze rol in San Francisco is op YouTube te bekijken. Ze is herkenbaar voor wie haar in The Rake’s Progress heeft meegemaakt: weliswaar maakt het zonnige optimisme en de kwetsbare vastberadenheid van Ann plaats voor een nobele doelmatigheid en wereldwijsheid als Dame Shirley, maar het overrompelende van deze zangeres en het charismatische, dat je als publiek als het ware naar haar toe doet buigen, zijn duidelijk herkenbaar.
Toneelpersoonlijkheid
Bullock is een toneelpersoonlijkheid, iemand die van binnenuit licht lijkt uit te stralen als ze op de planken staat. “Ik
wist vanaf mijn vroege jeugd al dat ik zou willen optreden,” zei ze
onlangs in een interview. “Ik wist alleen nog niet in welk medium.” Allerlei verschillende genres muziek kwamen thuis langs, dus een specifieke richting diende zich niet direct aan. “Toen
ik zeventien was, gaf mijn stiefvader mij een stapel van zijn favoriete
opnamen van verschillende zangeressen: Régine Crespin, Frederica von
Stade, Kathleen Ferrier, Janet Baker… vanaf dat moment wilde ik
eigenlijk alleen nog maar klassieke muziek zingen.” Bullock ging
naar de Juilliard School of Music: ze had er naar eigen zeggen veel
geluk met de muzikale contacten die ze er opdeed. Eén van de
belangrijkste dingen in het operavak is, volgens Bullock,
zelfdiscipline: “Je kunt geweldig onderwijs krijgen maar
uiteindelijk ben je ook je eigen docent en heb je zelf de
verantwoordelijkheid voor wat je doet. Een zangcoach zei me ooit dat
onze baan als uitvoerend musicus bestaat uit nieuwe dingen laten zien,
mensen erbij betrekken en ze vermaken. Ik hoop aan die drie elementen te
voldoen.”
Diversiteit en gelijkwaardigheid
Als Dame Shirley in Girls of the Golden West probeert Julia Bullock de
ongelijkheden en conflicten tussen mensen van verschillende afkomst in
een stadje in Sierra Nevada te begrijpen en te verklaren. Dame Shirley
ziet alles aan met vooruitstrevende ogen, maar dan wel vanuit de blik
van iemand uit de jaren 1850. Bullock staat als kunstenares midden in
onze tijd: ze is lid van de Raad van Advies van Turn the Spotlight, een
organisatie die begeleiding aanbiedt van en voor ‘bijzondere
vrouwen, mensen met een huidskleur en andere groepen op zoek naar
gelijkwaardigheid, met een bijzondere nadruk op het steunen van
kunstenaars die hun talent en vaardigheid gebruiken om hun gemeenschap
te versterken en sociale gelijkwaardigheid te bereiken.’ Bullock
vindt dat de kunsten een plek kunnen bieden waar een grote
verscheidenheid aan perspectieven kan worden beleefd, maar ze zegt
daarbij: “Historisch gezien kwamen de gezichtspunten die het vaakst
een podium kregen van één onderling aan elkaar gerelateerde groep. Het
wordt tijd om het zoeklicht op een volgende generatie van creatieve
stemmen te richten, in al zijn diversiteit.” Bullock is er namelijk
van overtuigd dat de manier waarop de maatschappij is opgebouwd invloed
heeft op de kunst die gemaakt wordt, maar ook op hoe die kunst
gepresenteerd en bewaard wordt. Daarom nam ze een uitnodiging aan om dit
seizoen Artist in Residence te zijn bij het Metropolitan Museum of Art.
Een van de projecten die ze organiseert, is een uitvoering van
Hans-Werner Henzes El Cimarrón over de Afro-Cubaanse slaaf Esteban
Montejo, die van een suikerplantage ontsnapte, overleefde in de jungle,
mee streed bij de vrijheidsstrijd van Cuba en 113 jaar oud werd. De rol
zal worden gezongen door Davóne Tines.
‘Het wordt tijd om het zoeklicht
op een volgende generatie van
creatieve stemmen te richten, in
al zijn diversiteit’
In Girls of the Golden West vertolkt Tines de rol van Ned, een bevrijde slaaf: het merendeel van de teksten voor dit karakter komt van verslagen en dagboeken van gevluchte slaven. Davóne Tines’ talent werd ontdekt door zijn grootvader, die hem met een operastem placht te begroeten. Toen hij een keer op eenzelfde manier antwoordde, zei zijn opa: “Ik geloof dat je een stem hebt.” Zijn stemtype werd de basbariton, maar zijn bereik is veel groter, zegt hij: “Je zangstem wordt meestal bepaald op technische gronden: bijvoorbeeld in welk bereik je voor de langste tijd het comfortabelst kunt zingen.” Net als Julia Bullock is Davóne Tines een zanger die een link ziet tussen kunst en maatschappij en zelf projecten creëert. Dit seizoen brengt hij The Black Clown in wereldpremière: het is een stuk naar het gelijknamige gedicht van Langston Hughes waarin de muziek van Michael Schachter een mengeling is van diverse stijlen – opera, vaudeville, jazz en spirituals – en waarin het verzet van een zwarte man tegen de onderdrukking in Amerika centraal staat. Tines schreef zelf het libretto, in samenwerking met de componist.
Nieuwe werken als weg voorwaarts
Davóne Tines zingt opera uit alle tijden en waardeert het fundament dat
met het ijzeren repertoire gelegd is, maar hij denkt tegelijkertijd dat
de weg voorwaarts voor het genre de nieuwe werken zijn. Dat die werken
de toeschouwer wat te vertellen mogen hebben, is vanzelfsprekend. Voor
hem leent opera als kunstvorm zich daar bij uitstek voor: “Opera
geeft een bijna vierdimensionale ervaring. Ik zing voor jou, ik breng
het verhaal ook fysiek en visueel en alle woorden worden omvat door
muziek. Er is dus een enorme ‘Laat dit binnenkomen’-kracht. Bij lezen of
bij een voordracht heb je je eigen interpretatie van de dingen, maar
opera vraagt direct de aandacht, betrokkenheid en volledige overgave.
Daarom is het zo’n belangrijke uitwisseling van gedachten.” ‘Het wordt
tijd om het zoeklicht op een volgende generatie van creatieve stemmen te
richten, in al zijn diversiteit’